back
05 / 06
bird bird

#298 Pascal's Waagstuk

June 13, 2015
Q

Hallo Dr. Craig,

Ik ben een ouderejaars student moleculaire biologie aan de Universiteit van Maine in Augusta. Ik ben Rooms-Katholiek en geniet enorm van het kijken naar uw debatten met atheïsten - Ik bewonder uw welsprekendheid en welsprekendheid. Voor zover ik weet, hebt u nooit Pascals Waagstuk aangevoerd als een argument om te geloven in God, maar ik heb gehoord dat het gebruikt wordt door andere christenen die blijkbaar geloven dat het een knock-out argument is tegen het atheïsme. Ik persoonlijk houd er een meer sceptisch standpunt op na en vraag me af of u zou kunnen reageren op de volgende punten:

Ten eerste, hoe weten we in welke God we moeten geloven? Van duizenden Goden wordt geclaimd dat ze bestaan ​​en het lijkt erop dat de kans op het kiezen van de juiste miniem is. Bovendien, als, zoals ik heb gehoord heb, God – welke dan ook de juiste is - onze fout begrijpt, hoewel we de "verkeerde" God uitkozen, zou Hij ons niet oordelen op grond van onze verkeerde overtuiging maar op onze eerlijke poging om de waarheid te ontdekken. Waarom zou God een atheïst niet begrijpen die, na eerlijk onderzoek tot de conclusie komt dat God niet bestaat. Het lijkt mij dat er geen zinvol onderscheid bestaat tussen het kiezen van de verkeerde God, maar toch in ‘iets’ te geloven en de verkeerde God aanbidden, dan niet te geloven in ‘iets’.

Ten tweede het argument wordt vaak neergezet alsof de prijs van het geloof in God, terwijl iemand het bij het verkeerde eind blijkt te hebben (dat God in feite niet bestaat), niets is: dat de fout je niets gekost heeft in het leven. Maar de tijd die je onnodig doorgebracht hebt in gebed, het uitgaan van je eigen manier om het goede te doen, het je onthouden van plezierige activiteiten die als zondig worden beschouwd, het financieel bijdragen aan religieuze organisaties, enz. is zeker een aanzienlijke prijs die betaald moet worden. Dus, dient er niet een probabilistische berekening gemaakt te worden in het afwegen van de kansen van het onterecht niet geloven (dat God in feite bestaat) en de prijs die men betaalt voor het uitlijnen van iemands gedrag met "Gods wil" als Hij niet bestaat? En indien een dergelijke berekening nodig is, dan moeten argumenten voor Gods bestaan overwogen worden bij het bepalen van de waarschijnlijkheid ervan; en dus vereist Pascals Waagstuk andere theïstische argumenten en kan het niet als een zelfstandige argument functioneren.

Heel erg bedankt voor het beantwoorden van mijn vraag en voor het uitstekende werk dat u doet. Gods zegen.

Liam

Verenigde Staten

Netherlands

Dr. Craig

Dr. craig’s response


A

Liam,

ik bespreek de Pascals Waagstuk in het hoofdstuk over "Religieuze Epistemologie" in ‘Philosophical Foundations for a Christian Worldview’. Laat ik het argument van Pascal kort samenvatten voor hen die er niet mee bekend zijn. Pascal betoogd in feite dat het geloof in God op pragmatische gronden gerechtvaardigd kan zijn, want we hebben niets te verliezen en alles te winnen bij het vasthouden aan het geloof.

Hoewel Pascals Waagstuk op een aantal manieren geformuleerd kan worden is een beloningsmatrix die de verwachte voordelen van iemands keuze weergeeft relatief gezien tot de waarheid van het geloof dat God bestaat, een geschikte manier om het te kunnen begrijpen:

In Pascals Waagstuk worden de kansen van staat (I) en (II) verondersteld gelijk te zijn (de bewijzen voor en tegen het bestaan ​​van God heffen elkaar op). Dus de beslissing om te geloven, of niet te geloven moet gemaakt worden op pragmatische gronden. Pascal betoogt dat als ik geloof dat God bestaat en het blijkt waar te zijn, ik het eeuwige leven verworven heb tegen de lage prijs van de kortstondige geneugten van de zonde. Als ik geloof en het blijkt zo te zijn dat God niet bestaat, dan ga ik er niet op vooruit en heb ik alleen het beperkte verlies geleden van de pleziertjes van de zonde die ik aan mijn neus voorbij heb laten gaan. Aan de andere kant, als ik niet geloof en God blijkt in feite te bestaan, dan heb ik de kortstondige geneugten van de zonde verkregen ten koste van het eeuwige leven. Als ik niet geloof en God blijkt niet te bestaan, dan heb ik alleen het kortstondige plezier van de geneugten die gepaard gaan met mijn vrije levensstijl gewonnen. Dus op pragmatische gronden krijgt geloof in God de voorkeur.

Nu denk ik dat je kunt zien dat Pascal het argument dusdanig geformuleerd heeft dat er aan de zorgen van je tweede bezwaar tegemoet gekomen wordt. Hij geeft toe dat als God niet bestaat, er enig beperkt verlies gemaakt wordt als gevolg van het geloof. Hij veronderstelt ook dat het bewijs voor en tegen het bestaan ​​van God gelijk is. Pascal gaat er vanuit dat er geen goede argumenten voor het bestaan ​​van God zijn, maar er eveneens geen goede argumenten zijn tegen het bestaan ​​van God. Dus veronderstelt wordt dat de kans op het bestaan ​​van God 50/50 zijn. Ik vermoed dat Pascal ook zou zeggen dat degenen die het erop wagen dat God niet bestaat dit doen vanwege de hardheid van hun hart en de desinteresse in geestelijke dingen en dus geen excuus voor hun ongeloof hebben.

Het ernstige bezwaar tegen Pascals Waagstuk is de eerste die je noemt: het zogenaamde "vele goden" bezwaar. Een moslim zou een vergelijkbare beloningsmatrix voor het geloof in Allah op kunnen stellen. Een Mormoon zou hetzelfde kunnen doen voor zijn god. Met andere woorden, de staat (II) God bestaat niet, is in feite een oneindig complex geheel aan mogelijkheden voor het bestaan van verschillende godheden die zouden kunnen bestaan ​​als de christelijke God niet zou bestaan. Dus is de keuze niet zo eenvoudig, want als ik denk dat de christelijke God bestaat en het blijkt dat in plaats hiervan Allah bestaat, dan zal ik oneindig verlies leiden in de hel voor de zonden om Christus met God te associëren.

Er zijn twee mogelijke reacties op dit bezwaar. Ten eerste, in een theoretische besluitvormingskader zijn we gerechtvaardigd staten te negeren waarvan de kans op het verkrijgen relatief klein is. Dus, ik hoef me niet bezig te houden met de mogelijkheid dat, zeg, Zeus of Odin zouden bestaan. Als de kansen voor het bestaan van deze andere goden verwaarloosbaar zijn, dan zou ik gerechtvaardigd zijn een beloningsmatrix op te stellen volgens welke de kansen voor het bestaan ​​van de christelijke God als 50/50 beschouwd worden. De keuze is daadwerkelijk tussen het christendom en het atheïsme.

Ten tweede, we kunnen proberen de opties te beperken tot de twee die voor handen zijn of tot een select aantal. Dit kan Pascals eigen strategie geweest zijn. De inzet is een onderdeel van een groter, onafgewerkte verdediging van het christelijke theïsme die beëindigd werd door Pascals vroegtijdige dood. Als we naar de andere onderdelen van dit werk kijken, ontdekken we dat, ondanks Pascal minachting voor filosofische argumenten voor het bestaan ​​van God, hij enthousiast bewijs voor het christendom omarmde, zoals het bewijs voor de opstanding van Christus. Het kan zijn dat hij dacht dat het op basis van dergelijk bewijs mogelijk zou zijn de voorhanden zijnde opties te versmallen tot het christelijke theïsme of naturalisme. Als de alternatieven op deze manier versmald kunnen worden, dan is Pascals Waagstuk een succes.

- William Lane Craig