back
05 / 06
bird bird

#613 Waarom Vergeeft God Niet Gewoon Iedereen?

March 21, 2019
Q

Hallo dr. Craig,

Mijn vraag betreft de noodzaak van geloof voor redding. Met name dit: als God perfect liefhebbend is en als Christus’ boetedoening voor de zonden van de wereld voldoende is voor de rechtvaardiging van alle mensen, hoe kan het dan dat God geloof van het individu nodig heeft voor zijn redding? Als God echt de wil heeft tot universele redding, en als het bloed van Christus de potentie heeft alle menselijke zonden te bedekken, waardoor wordt God dan tegengehouden alle menselijke zonden te vergeven? Het zou erop lijken dat zowel God’s liefde en rechtvaardigheid in zo’n scenario zouden kunnen worden bevredigd; liefde, omdat God’s wil tot universele redding totaal wordt gerealiseerd; rechtvaardigheid, omdat het bloed van Christus boete doet voor alle menselijke zonden, ongeacht of elk individu zich van zijn zonden bekeert en accepteert dat zulke boetedoening bestaat.

Ik vraag dit, omdat u in uw debat met Shabir Ally aangeeft dat het Islamitische idee van God Zijn almacht ziet als iets dat Zijn rechtvaardigheid overschrijdt, en zodanig dat Zijn rechtvaardigheid kan worden omgedraaid als Hij dit zou kiezen. U geeft aan dat het dan onuitlegbaar wordt waarom God alleen de zonden van bepaalde mensen vergeeft, tenzij Hij alleen bepaalde mensen liefheeft. Het lijkt mij dat dit dilemma voor de Christen ook van toepassing is, omdat Christus’ boetedoening God’s rechtvaardigheid bevredigt. Zonder Zijn rechtvaardigheid die Hem ervan weerhoudt zonder te vergeven, wordt het onuitlegbaar waarom God niet alle menselijke zonden vergeeft, tenzij Hij alleen bepaalde mensen liefheeft.

Dank u,

Aidan

Canada

Canada

Dr. Craig

Dr. craig’s response


A

Zoals ik uitleg in mijn langere boek over de boetedoening dat nog in de maak is, denk ik dat God alle menselijke zonden op basis van Christus’ substitutionaire betaling van onze straf heeft vergeven, en dat dus de eis van zowel Zijn essentiële liefde en rechtvaardigheid wordt bevredigd. Maar, net zoals een presidentieel pardon, moet goddelijke vergeving vrijwillig worden geaccepteerd om effectief te zijn. Het is in de V.S. wettig geregeld dat een pardon niet op een crimineel kan worden geforceerd; hij moet het eerst accepteren. De President “kan niet onder de bestaande wet een vol pardon effectief maken zonder de consentie van de gevangene. De laatstgenoemde moet een vol pardon willen ontvangen en accepteren voor het effectief wordt.” [1] Daarom stuurde President Ford, voor zijn pardon van Richard Nixon, naar Nixon een geheime afgezant om zeker te stellen dat hij zowel het pardon als de geimpliceerde schuld wilde accepteren. Nixon zei dat hij dit wilde. Als Ford het pardon had ingesteld terwijl Nixon het had afgewezen omdat hij zijn tijd in de rechtszaal wilde doen, dan zou het pardon niet effectief zijn geweest.

De theologische analogie betreffende deze situatie betreft of een goddelijk pardon geaccepteerd moet worden om effectief te zijn. Gezien mijn toewijding aan de menselijke vrijheid van de wil, denk ik dat wel zo te werk gaat. God wordt vanzelfsprekend niet door één of andere hogere wet beperkt, maar Hij wordt wel door menselijke vrijheid beperkt. Theologen hebben van mening verschild of God’s genade intrinsiek effectief is en zo dus niet door de ontvanger te weerstaan, of dat genade extrinsiek effectief is en zo dus de vrijwillige consentie van de wil van het schepsel vereist om het effect te produceren. Ik neem de laatstgenoemde positie. God behandelt ons als significante morele personen die vrije morele keuzes maken. Hij zou Zijn eigen essentiële rechtvaardigheid schenden, als Hij een pardon voor ons zou forceren.

Omdat wij het niet zijn, maar Christus die de straf voor onze zonden heeft geloosd, wordt onze redding niet voltooid tenzij en totdat wij vrijwillig God’s pardon ontvangen. In tegenstelling tot de crimineel die een pardon krijgt nadat hij volledig zijn straf heeft uitgezeten, blijven wij in onze staat van justitiële verdoemenis totdat we het door God aangeboden pardon aannemen. Als iemand het door God aangeboden pardon afwijst, dan heeft Christus’ offer voor hem geen enkel baat, want hij zou de bevrediging van God’s rechtvaardigheid die door Christus is doorwerkt hebben afgewezen. Dus, “zij, die de overvloed aan genade en de vrije gift van de rechtvaardigheid ontvangen, zullen in leven door de ene man Jezus Christus regeren” (Rom. 5:17).

Zie als contrast het volgende: volgens Islamitische theologie overschrijdt God’s almacht God’s rechtvaardigheid. Hij kan mensen behandelen, niet als significante morele personen wiens keuzes Hij respecteert, maar als loutere poppen die door Hem moeten worden gemanipuleerd. Hier zien we weer de theologische superieuriteit van het Christelijke idee over God tegenover het Islamitische begrip.

[1]       W. H. Humbert, The Pardoning Power of the President, met een voorwoord van W. W. Willoughby (Washington, D. C.: American Council on Public Affairs, 1941), p. 135.

- William Lane Craig